Route ’23: op naar een stille IC

23|09|21

Halverwege 2023 trekken we in de nieuwbouw in Hilversum. Een prachtig nieuw ziekenhuis waar we met plezier en professioneel kunnen werken. Hoe we er met elkaar gaan werken, bepalen we in Route ’23. In deze serie neemt telkens een Tergooier ons mee in zijn of haar werk voor Route ‘23. Deze keer is dat Inge Prins, afdelingsmanager IC en Pijngeneeskunde en voorzitter van de reanimatiecommissie.

Wat is jouw rol binnen Route ’23?
‘Ik ben zorgprocescoördinator voor de IC en daarmee verantwoordelijk voor de nieuwe werkprocessen. Ik heb een nieuwbouwgroep samengesteld die bestaat uit mijn kwartiermaker Marloes Jurriaans en drie IC-verpleegkundigen: Eric Krabshuis, Jasper Plate en Pim Lubbers. Zij weten als geen ander hoe processen lopen en hebben veel technische kennis. Heel handig want in eerste instantie zijn we bezig geweest met de inrichting van de nieuwe IC en dan met name op technisch vlak. We hebben bijvoorbeeld met leveranciers gepraat over de pendels, maar ons ook gebogen over het aantal stopcontacten per kamer. Daar zijn inmiddels afspraken over gemaakt.’

Waar ben je op dit moment mee bezig?
‘Nu zijn we in de volgende fase beland, waarin we naar alle zorgprocessen kijken. Stel er komt een patiënt van de OK die naar de IC moet. Hoe is dan de route, halen we de patiënt of wordt deze gebracht? Hoe gaat de planning en hoeveel patiënten kunnen we ontvangen? Spelen we nog een rol bij de verkoever? Dat soort processen doorlopen we ook voor patiënten van de SEH of uit de kliniek. Belangrijk aandachtspunt is ook de huidige rol van onze intensivisten bij de dotterprocedures in Blaricum. Wie gaat wat doen als we straks op één locatie zitten? Daarover hebben we binnenkort een afspraak met de cardiologie. Ook met de reanimatiecommissie hebben we binnenkort een overleg over hoe we dat straks in het nieuwe ziekenhuis willen vormgeven, want dat verschilt nu nog in Hilversum en Blaricum.’

Wat wordt de grootste verandering voor de IC?
‘Dat we naar een stille IC gaan. Nu hoor je de hele dag door allerlei alarmen. Met name voor patiënten is het veel fijner als dat geluid er niet is, zodat ze een natuurlijker slaap en een iets natuurlijker ritme hebben. Bij een stille IC krijg je je alarmen op een mobiel device. Dat is natuurlijk een heel ander proces. Zo krijgen we ook geen centraalpost meer met monitoren waar we onze patiënten op kunnen volgen. We moeten dus heel goed doordenken hoe we dat straks doen als je bijvoorbeeld met een patiënt naar de CT bent en bij je andere patiënt een alarm afgaat.’

Is het leuk om te doen?
‘Zeker. Ik vind het heel inspirerend als we met onze nieuwbouwgroep bij elkaar zitten. Het is een heel mooi project en iedereen heeft er zin in. Maar het is ook best lastig. De normaalste dingen zijn straks anders, dus je moet echt omdenken. Bijvoorbeeld dat we beneden gaan omkleden. Waar laten we onze spullen? Je moet alles met tekeningen doen en het is best ingewikkeld die goed te kunnen lezen. Gelukkig konden Marloes en ik vorige week in de nieuwbouw kijken. Daarmee is het nog meer gaan leven.’

Waar verheug je het meeste op?
‘Op het licht. Onze IC is nu best donker en we krijgen straks veel meer lichtinval, lichtere kleuren en ruime kamers. Ook vind ik het heel fijn dat we dan vlak bij de SEH zitten en de
acute as meer betrokken is bij elkaar. We werken nu al veel samen met de uitwisseling van personeel maar als we dichter bij elkaar zitten, kun je bij wijze van spreken even naar boven of naar beneden lopen om bij te springen. Dat is een groot voordeel.’

Wat is de grootste uitdaging?
‘Dat we niets over het hoofd zien. We moeten echt heel scherp blijven. Zo willen we bijvoorbeeld een intercom bij de deur waar bezoekers aanbellen omdat die gang straks heel erg lang is. Dat lijkt een futiliteit, maar is voor de workflow super belangrijk. Je moet dus checken of het is ingetekend. Ook moeten we nu kijken hoe we eventueel een cohort kunnen maken als dat weer nodig is. De tekeningen zijn natuurlijk gemaakt voordat we überhaupt van covid hadden gehoord en daar is geen rekening mee gehouden. Een andere uitdaging zijn de bedden. Wij hebben extra bedden nodig, bijvoorbeeld omdat een patiënt even op een afdelingsbed ligt. Waar zet je dan dat IC-bed neer? Daar is nergens een ruimte voor ingetekend. Ook moeten we het grote geheel in de gaten houden.’

Waar ben je trots op?
‘Dat we ondanks alle drukte goed op schema liggen. Toch knap dat we buiten het werk om dat groepje bij elkaar krijgen en iedereen heel enthousiast is.’

Kun je tot slot nog een tipje van de sluier oplichten?
‘Het lichtplan op de IC gaat er heel mooi uitzien. We krijgen heel fijn werklicht, ook voor de nacht. Onder de pendel komt een spotje dat een beetje verlicht maar niet te veel. Het wordt allemaal wat vriendelijker.’

« Vorige pagina